Hoe vaak hoor je niet: “We moeten draagvlak creëren.” Het idee is dan dat draagvlak essentieel is om te kunnen veranderen. Het heeft iets randvoorwaardelijks: zonder draagvlak kun je niet veranderen. Het suggereert dat iedereen de verandering moet dragen—het liefst met enthousiasme.
Draagvlak. Natuurkundig gezien beschrijft het woord letterlijk de essentie ervan: hoe groter het oppervlak waar de massa op rust, des te minder kracht is nodig om die massa te verplaatsen. Maar zo rekenkundig werkt het niet bij organisatieveranderingen. Over verandering praten is noodzakelijk, maar als je dat doet met als enige doel draagvlak te creëren, voelt het soms alsof je toestemming vraagt om dingen te doen waar weinig mensen zin in hebben. De kans bestaat dat je daardoor uitstelt wat eigenlijk nodig is.
Een analogie met een voedingsbodem past volgens mij beter bij wat je probeert te managen tijdens veranderingen.
Wat zou er gebeuren als we minder tijd besteden aan het creëren van draagvlak en meer tijd aan het planten van zaadjes in een vruchtbare voedingsbodem?