“En nu heb ik toch nog een stuurman aan wal nodig,” zei ik tegen mijn bijrijder terwijl ik probeerde de trailer achteruit in te parkeren. Mijn bijrijder had al aangeboden om uit te stappen en aanwijzingen te geven, maar mijn ego liet dat niet toe. Ik had het stuur in handen en wist het wel beter.
Sportief als hij was, stapte hij toch uit en gaf aanwijzingen. In het begin ging het niet soepel. Bedoelde hij nou dat ik het stuur naar links moest draaien, of dat ik de achterkant van de auto naar links moest sturen, als hij met zijn handen tegen de klok in draaide? Dus volgde er een kort overleg over hoe ik zijn aanwijzingen moest ‘lezen’. Daarna lukte het om de trailer netjes achteruit in te parkeren.
Het gezegde “de beste stuurlui staan aan wal” roept iets op van “laat ze maar lullen.” Het biedt steun op momenten dat je kritiek krijgt van omstanders terwijl je ergens je best voor doet. Maar soms hebben die stuurlui aan wal juist wél beter overzicht. Ze kunnen je aanwijzingen geven die voorkomen dat je de verkeerde koers vaart. Je hebt het stuur in handen en vaart je eigen koers, maar zonder die aanwijzingen is de kans groter dat je tegen de klippen op gaat.
Ik had niet eerder bedacht dat zo’n “laat-ze-maar-lullen”-gezegde ook een les in feedback ontvangen kon hebben.