‘Nee’ is ook een begin

Wat is dat toch met ‘nee’? Alsof het woord besmet is. Alsof het uitspreken ervan automatisch leidt tot een afwijzing of een abrupt einde van het gesprek. Vaak zie ik mensen eromheen draaien, zoeken naar verzachtende formuleringen of heen en weer schuiven om ‘nee’ maar niet te hoeven zeggen. Alsof ‘nee’ een deur dichtgooit – en niet, zoals het ook kan – een deur opent naar een beter gesprek.

Een duidelijk ‘nee’ zou een teleurstelling kunnen zijn voor de vragende partij. Alsof je niet alleen het verzoek, maar ook de persoon afwijst. En dus zeggen we ‘misschien’, ‘ja, maar’, of – mijn persoonlijke favoriet – ‘daar moeten we nog eens over praten’. Geen van die antwoorden geeft de duidelijkheid die nodig is om echt verder te komen.

Een goed geplaatste ‘nee’ kan juist het begin zijn van iets goeds: een echt gesprek waarin belangen helder worden en creativiteit vrijkomt. Jim Camp en Chris Voss leren dat onderhandelen vaak pas begint als er ruimte is voor ‘nee’. Niet om tegen te werken, maar om samen te ontdekken wat wél past.

Tegelijkertijd merk ik hoe moeilijk het soms is om ‘nee’ te zeggen als ik mijn eigen redenen nog niet scherp heb. Dan slik ik mijn twijfel in, uit angst om onduidelijk over te komen. Misschien is dát wel de grootste uitdaging: het gesprek aangaan, juist terwijl je het zelf nog niet helemaal weet.