En dan probeer ik me daar een voorstelling van te maken: ‘de stip op de horizon’. Het is weer zo’n klassiek cliché dat wordt gebruikt om een groep in beweging te krijgen. Vanuit de gedachte dat je met een aantrekkelijk wenkend perspectief iedereen weet te motiveren om het vertrouwde los te laten en het nieuwe te omarmen, met alle onzekerheden van dien.
Heb je tijdens een wandeling wel eens naar de horizon gekeken? En uit die horizon een stip gekozen waar je naartoe gaat? Als je dan eenmaal op die stip op de horizon was aangekomen, gaf het dan die mythische voldoening die onder dat klassieke cliché ligt? Of bleek het gewoon een plek zoals zovelen die je onderweg al tegenkwam? Een plek waar je even blijft staan, rondkijkt en verdergaat.
Als ik weer eens ‘stip op de horizon’ hoor, met de bedoeling om een organisatieverandering in gang te zetten, zie ik vaak het tegenovergestelde gebeuren. Het leidt niet tot beweging, maar tot discussie. Een wedstrijdje ‘wie heeft de beste stip’. En terwijl we allemaal onze eigen stip verdedigen, blijft de wandeling uit.
Wat als we niet de stip, maar de beweging centraal stellen? Geen eindpunt dat we eerst moeten vastleggen, maar gewoon beginnen met de eerste stap.
De horizon is er altijd. Hij trekt ons vanzelf mee. Het is de wandeling die het maakt.